Voor patiënten met behoefte aan psychische zorg is het vaak moeilijk om de juiste hulp in te schakelen: de problematiek is in de regel niet zwaar genoeg voor verwijzing naar een psycholoog of psychiater en bovendien zijn de wachtlijsten daar enorm. Vaak wil de patiënt dit zelf ook niet. Als huisarts of POH-GGZ heeft u vaak onvoldoende tijd en/of vakkennis om de patiënt adequaat te kunnen helpen. In zulke gevallen biedt psychosociale therapie uitkomst als welkome aanvulling op de reguliere psychische zorg. Ik behandel dus ook cliënten die op de wachtlijst staan bij de GGZ en niet kunnen wachten tot ze daar aan de beurt zijn.

 

Indicaties

Ik bied hulp bij psychosociale problemen, psychosomatiek, milde psychopathologische problematiek, relationele problemen of bij een combinatie daarvan. Hierbij kunt u denken aan:

  • Surmenage
  • SOLK (ALK)
  • Angsten: bijv. rijangst en andere angsten/fobieën
  • Verwerkingsproblemen: trauma (PTSS klachten), ziekte/handicap, rouwverwerking, echtscheiding, etc.
  • Gebrek aan zelfvertrouwen en weerbaarheid, eenzaamheid, identiteit, zingeving
  • Relatieproblemen, problemen tussen ouders en kinderen, opvoedingsvragen

Contra indicaties

De praktijk biedt geen hulp bij budgettering, verslavingsproblematiek, bij suïcidaal gedrag, crisishulp of bij acute psychiatrische problematiek.

Diagnose en terugrapportage

Indien er sprake is van een verwijzing krijgt u na het intakegesprek schriftelijk bericht over het vervolg. Na de beëindiging van de hulpverlening wordt eveneens schriftelijk teruggerapporteerd. Dit op voorwaarde dat de cliënt hier schriftelijk mee instemt.

Werkwijze

Tijdens het intakegesprek met de cliënt worden de klachten en doelstellingen besproken en afspraken gemaakt over de voortgang van het traject. Meestal zijn 5 tot 10 sessies voldoende, maar soms is een probleem zo diepgeworteld dat een langer traject nodig is. De cliënt krijgt huiswerkopdrachten en oefeningen mee die het proces ondersteunen.

 

Karin is psychosociaal therapeut en derhalve uitgebreid bekend met de DSM V. Zij verwijst altijd terug naar de huisarts als er een vermoeden bestaat dat het probleem (psycho)pathologisch is. Intercollegiaal overleg met de huis- of bedrijfsarts is mogelijk na schriftelijke toestemming van de cliënt.